Onze winkel.
De broers Hermans en hun echtgenotes weten wat werken is. De jongste van de vier is 76, maar aan ophouden denken ze nog niet. Het beroep dat ze meer dan vijftig jaar beoefenen is met uitsterven bedreigd en ze willen nog even verder werken. Daar zijn hun talrijke klanten bijzonder blij om. In de jaren 1970 waren er zeker dertig poeliers in Antwerpen, maar nu is Hermans vrijwel de enige die overblijft. Fier toont René Hermans het adressenboek van hun klanten. Daarin staan uiteraard veel Antwerpenaren, maar Hermans trekt zelfs klanten uit het buitenland. “We zetten in op goede kwaliteit en daarvoor willen klanten wel wat verder rijden. We hebben de trein van de digitalisering niet gemist”, zegt René. “Mensen bestellen nu ook online. We hebben een goed geolied systeem voor de afhaling bedacht, hetgeen nodig is in deze drukke winkelstraat.”
Er is erg veel veranderd in deze stiel. Zelf kippen plukken of hazen villen, behoort al jaren tot het verleden. Tegenwoordig worden kippen gepluimd, maar ongekuist geleverd en ook de hazen komen hier binnen zonder hun bontjasje.
“Vroeger hing onze etalage soms vol met konijnen. Ze werden opgehangen aan hun achterpoten waaraan nog wat bont zat. Dat mocht niet meer omwille van hygiëne. Groter wild hing buiten in het jachtseizoen, maar ook die traditie werd verboden”, vertelt Frieda met spijt in de stem. “Nu maak ik posters om de winkel wat aan te kleden, want anders vinden we het interieur te kaal.”
Het ontwerp en materiaalkeuze voor dit winkelinterieur uit 1958 zijn inderdaad zeer eenvoudig. Op de gevel vinden we de originele donkerblauwe mozaïek, volgens Hermans geplaatst door de gebroeders Pasculli die de kunst van mozaïek plaatsen in Italië geleerd hadden. Binnen werden twee tinten blauw gebruikt voor de wand, met af en toe een gouden glasmozaïek ertussen. De witte wandtegels tussen de winkel en de keuken, dateren nog uit de jaren 1950 toen de koeling werd geïnstalleerd. Aanvankelijk werden die eveneens op de wanden in de winkel gebruikt. Versleten waren ze niet, maar de blauwe tinten gaf poelier Hermans een grote herkenbaarheid. Nog iconischer was de rode neon boven de toonbank, met in geschreven letters ‘Hermans’. Toen die stuk ging enkele jaren geleden werd hij vervangen door een tv-scherm met meer mogelijkheden. Gelukkig zijn de prachtige diabolo-vormige, melkglazen lampen in de etalage nog goed bewaard. Het is altijd erg fris in de onverwarmde winkel, maar daaraan zijn de vier winkeliers gewend.
De Abdijstraat is onherkenbaar als je er lang niet kwam. Winkeliers en klanten zijn grotendeels van buitenlandse origine. Toch blijft de braderij bestaan, intussen al 85 jaar. In de hoogdagen van het jaarlijkse feest, begin augustus, was de hele familie Hermans paraat. Via een lotje of draai aan het rad van fortuin, kon je een kip winnen. “De mensen kwamen in drommen voorbij”, herinnert Frieda zich.
“Ooit waren we op vakantie in Spanje en hoorden we achter ons zeggen: ‘5 frank om e kieke te winne’. Klanten hadden ons herkend en toen hebben we eens goed gelachen om onze bekendheid.” Als we op zaterdagnamiddag op de bus zitten, zeggen ze 'hé moet gij vandaag niet werke? Dat stoort ons niet. We zijn eraan gewend dat ze ons kennen.